Verhalen van het antropoceen

De zon schijnt niet op ons, maar in ons.
De rivieren stromen niet langs ons, maar door ons.
De bomen wiegen en de bloemen bloeien
in ons lichaam en onze ziel.
En ieder lied van de vogel,
van de wind en de wilde storm,
van de rots uit de buik van de berg,
is ons eigen lied
en zingt van liefde ….
(John Muir)

Snel toenemende klimaatverandering, verlies van soortenrijkdom en maatschappelijke ongelijkheid doen oude zekerheden wankelen. Is er nog toekomst voor wie na ons komt? Wat zijn diepere oorzaken van deze meervoudige crisis? Hoe verhouden we ons tot het menselijke aandeel daarin, als geologen tegenwoordig spreken over het antropoceen – het tijdperk waarin de mens een bepalende factor is geworden in het leven op Aarde?

We staan in deze bijeenkomst stil bij het grote verhaal van de Aarde en onze plek daarin als mens. We luisteren naar wat wetenschappers, kunstenaars en spirituele leiders te melden hebben over de oervragen ‘Waar komen we vandaan? Wat is het om mens te zijn? Waar gaan we heen?’
Te midden van het afbrokkelende oude verhaal van grenzeloze groei ontwikkelt zich een nieuw verhaal. Ons leven is deel van een immens veel grotere kosmische ontwikkelingsweg. De Aarde is een levend, intelligent systeem. We staan als mensheid op de drempel van een nieuw bewustzijn van verbinding en samenhang. Jouw aandeel telt.

De bijeenkomst is interactief en duurt ca. 2 uur. Geschikt voor kleine groepen.

Reacties van deelnemers:
“Bevlogen en uitnodigend. We werden heel erg betrokken in je verhaal en uitgenodigd om deel te nemen. … Een heel inspirerende avond.” (Sophia)

“Lisette verstaat de kunst relatief veel kennis over te dragen in een kort tijdsbestek. De wijze waarop zij dat deed verraadde voor mij een diepgaande kennis en een grote gevoelsmatige verbondenheid met het thema.” (Henk)

“Het was heel prettig dat je je goed hebt ingelezen en ingeleefd in het gedachtegoed van onze organisatie. We zijn getroffen door de uitnodigende sfeer die er van je uitgaat om onze leden te stimuleren op nieuwe gedachten te komen.” (Riekje)