Welke bijdrage kunnen systemische opstellingen leveren aan dieper begrip van wat er zich afspeelt tussen mens en aarde in deze tijd van klimaatverandering? Een voorbeeld uit de Werkplaats Natuur- en Omgevingsopstellingen.
Een deelnemer is erg benieuwd naar het perspectief van de Aarde op hoe we als mensen bezig zijn met het klimaat. We maken ons zoveel zorgen, zegt hij. Wat vindt de Aarde zelf daarvan? We stellen drie representanten op voor de Aarde, voor dat deel van de mensen dat betrokken is bij de Aarde en voor dat deel van de mensen dat er niet mee bezig is. Tussen hen drieën ontvouwt zich een intense dialoog.

De Aarde voelt zich onmetelijk groot. Ze heeft grote behoefte aan stilte en heeft last van de vele ‘ruis’ van wat zich op haar afspeelt. In de kern blijft ze echter onaangedaan, ook al doet het haar goed als mensen contact met haar maken omdat het dan ‘stroomt’. Voor de groep mensen die niet met de Aarde bezig is, voelt ze mededogen. ‘Het inzicht zal komen. Als niet nu, dan op enig moment in de tijd.’
De betrokken mens wil graag de niet-betrokken mens overtuigen om zich ook meer in te spannen voor de Aarde. Hij is verrast dat de Aarde hem vertelt dat hij dat niet voor haar hoeft te doen. ‘Het contact wat je zoekt met de Aarde doe je voor jezelf’, zegt ze. ‘Echt contact doet alles stromen en brengt evenwicht. Dat is mijn bedoeling, het lied van de eenheid in alles. Je kunt het horen als je stil en afgestemd bent.’ ‘Maak je niet al te druk om mij’, zegt ze nogmaals. ‘Mensen moeten het met elkaar uitzoeken.’
Als de betrokken mens zich opnieuw tot de niet-betrokken mens wendt, vindt hij echter geen gehoor. De niet-betrokken mens begrijpt niet waarom de betrokken mens zich zo druk maakt. Je kunt toch ook gewoon een prettig leven hebben? Onderzoeken die dit of dat zeggen legt deze mens naast zich neer, want die spreken elkaar toch allemaal tegen.
De betrokken mens beseft nu dat hij nu niet verder komt in dit gesprek. Hij laat de boodschap van de Aarde tot zich doordringen dat de Aarde wel overleeft, wat mensen ook doen. Hij ziet in dat hij zijn eigen pijn moet dragen over wat mensen de Aarde aandoen en dat we er als mensen met elkaar moeten leren uitkomen.
De Aarde erkent zijn pijn en geeft hem mee om er het goede mee te doen.
Maat en balans
De opstelling maakt veel indruk op alle aanwezigen. ‘De kracht van de Aarde is zo groot en onmetelijk, daar hebben we als mensen eigenlijk geen voorstelling van’, wordt gezegd. Het besef van deze immense kracht maakt nederig. Ja, zegt een ander, we hebben de neiging om alles vanuit menselijk perspectief te zien. Wat wij rampen noemen, zijn rampen voor de mens, maar kan juist goed zijn voor de Aarde om weer de balans te herstellen. Dat is voor ons lastig, soms dodelijk, maar dat is de menselijke maat. De Aarde heeft haar eigen maat.
De opstelling leidt niet alleen tot het beter begrijpen van de Aarde, maar ook van de niet-betrokken groep mensen. ‘Ik begrijp nu dat die groep echt met heel andere dingen bezig is en dat dat belangrijk is voor hen’, wordt gezegd. Daar moeten we misschien niet te hard over oordelen. Ons er misschien ook wat minder druk om maken en meer vertrouwen op hoe de Aarde ieder op haar eigen tijd met haar in contact brengt. Voor de meeste aanwezigen is het en-en: we hebben ook onze eigen verantwoordelijkheid. De kunst is om een goede balans te vinden tussen de twee uitersten van onbezorgdheid en overbezorgheid.
De deelnemers concluderen dat opstellingen een mooie vorm zijn om meer bewustwording te krijgen over ecologische en maatschappelijke kwesties. Het is verhelderend om te zien hoe een krachtenveld in elkaar steekt en om lijfelijk te ervaren hoe groot en sterk sommige krachten zijn. Dat doet echt iets.